UITGEZAAGD GELD
Het gebruik van gouden en zilveren munten voor het maken van sieraden is van alle tijden en in sommige delen van de wereld nog erg populair. Bij verschillende volkeren maakt het zelfs deel uit van de lokale dracht, voornamelijk bij vrouwen.
In ons land speelde het gebruik van munten als sieraad nooit zo'n grote rol. Dat veranderde in de eerste helft van de 20ste eeuw, toen er op grote schaal zilveren munten werden gebruikt voor het maken van sieraden. Van zilveren dubbeltjes en kwartjes werden door handige zilversmeden kunstige armbanden gemaakt.
En van zilveren guldens en rijksdaalders, waarbij het hoofd van koningin Wilhelmina nauwkeurig werd uitgezaagd, broches en hangers.
En verder speldjes, manchetknopen en niet te vergeten theelepeltjes, waarbij een gedraaid steeltje van zilver aan een hol gemaakt kwartje werd gesoldeerd en een, al dan niet uitgezaagd, dubbeltje aan de bovenzijde om het vast te kunnen houden.
Het vervaardigen en dragen van sieraden van uitgezaagd geld en de bekende armbanden van dubbeltjes of kwartjes, vond voornamelijk plaats gedurende de Tweede Wereldoorlog en werd door de drager beschouwd als een daad van verzet.
En inderdaad, heel veel van deze sieraden zijn gemaakt van zilveren munten uit de jaren twintig en dertig, met uit het laatste jaar dat er zilvergeld zijn gemaakt, 1941.
Op de munten staat Koningin Wilhelmina afgebeeld met opgestoken haar, sieraden gemaakt van oudere munten, bijvoorbeeld Wilhelmina met kroon of loshangend haar, komen maar zelden voor.
Armbandjes gemaakt van uitgezaagde kwartjes en dubbeltjes.
Naast sieraden van Wilhelminamunten uit de laatste periode, worden ook nu en dan sieraden aangetroffen, gemaakt van munten van koning Willem III (1849 tot 1890).
Vrijwel altijd gaat het om dubbeltjes die zijn gebruikt.
Als we naar de wijze van vervaardiging kijken, lijkt het er op, dat ook deze munten pas eind dertiger jaren, begin veertiger jaren tot sieraden zijn verwerkt.
Boven een mooi gemaakt armband met aangesoldeerde zilveren oogjes, onder een armband waarbij de doorboorde munten met zilveren oogjes aan elkaar zijn gezet.
Naast armbanden van Willem III munten treffen we ook broches aan.
Onder een broche van vier koning Willem III dubbeltjes, gemaakt van munten uit een gesloopte armband en gesoldeerd op een plaatje zilver.
Vooral de van muntgeld gemaakte broches laten een grote variatie zien. Ze komen voor van al dan niet uitgezaagde munten en gemaakt van één geldstuk, twee, drie, vier tot wel meer dan tien. Hieronder een greep uit de collectie.
Nog in 1941 werd er een enorme hoeveelheid zilveren munten geslagen, maar niet lang daarna werd de inlevering gelast van het koper en zilvergeld. Het werd door de bezetters aangewend voor de bekostiging van de Duitse oorlogsmachine. Nederland maakte vanaf die tijd kennis met muntstukken van zink.
Als daad van verzet lieten veel mensen van hun laatste zilveren munten sieraden maken, waarmee ze tevens hun aanhankelijkheid met het vorstenhuis konden tonen.
Overal werd gevijld, gesoldeerd en uitgezaagd om van de zilveren munten broches, hangers, armbanden en theelepeltjes te maken.
In feite was het dragen van deze sieraden illegaal, want in Verordening 20 van 7 februari 1941 werd het tonen van aanhankelijkheid met het vorstenhuis verboden.
" De bekendmaking der politie heeft in het bijzonder ook betrekking op het dragen van uitgezaagde geldstukken van 10 tot 25 cents en het neerzetten van afbeeldingen in etalages..."