Cameeën

 

Cameeën behoren niet specifiek tot de streekdracht sieraden. Ze waren in de 19de eeuw zeer modieus en kostbaar. De cameeën in de collectie Waslander-Danhuis stammen doorgaans uit bezit van welgestelde boeren en gegoede burger families uit de provincie Groningen, echter was dit specifieke juweel een algemeen in West Europa voorkomend sieraad.

 

Cameeën (hoog reliëf) en intaglio's (verdiept reliëf) zijn afbeeldingen die gesneden kunnen zijn in verschillende materialen. Ze komen voor in edelstenen, half edelstenen, in agaat, onyx en sardonyx, en ook in rood of wit koraal en in zogenaamd lagensteen. 

Verder is het gebruik van speciale schelpen heel bekend. Wanneer een schelp of lagensteen wordt gebruik, heeft de afbeelding een andere kleur dan de achtergrond.

Cameeën van half edelstenen werden al in de oudheid gemaakt, daarentegen is het gebruik van schelpen relatief jong.

In de neoklassieke periode (1760 - 1840) ontstond er veel belangstelling voor oude kunst en vooral in Italië ( Napels) nam met maken van schelpcameeën een enorme vlucht. De veel gebruikte schelpen waren die van de Cassidae- en Cypraeidae-families en kwamen van de Bahamas, het Caribisch gebied en de zeeën van Oost-Afrika.

Cameeën bijvoorbeeld die gesneden zijn in Cassis madagascariensis (ook wel sardonyxschelp genoemd) hebben een witte tekening op een donkerbruine achtergrond; cameeën in Cypraecassis rufa (kornalijnschelp) vertonen lichtere en donkerdere roodbruine schakeringen. De waardevolste zijn die met het grootste kleurcontrast. Cameeën blijven gedurende het grootste deel van de 19de eeuw populair.

De fraaiste en grootste exemplaren dateren uit de late 18de eeuw en uit het begin van de 19de eeuw. Vanaf de 2de helft van de 19de eeuw worden er ook veel kleinere exemplaren gemaakt terwijl het vakmanschap in kwaliteit inboet. Reizen wordt na de komst van de trein eenvoudiger en Italië is in vele gevallen het doel. Napels zien en dan sterven is een bekende uitspraak. De toename van het (rijke) toerisme, laat de vraag naar cameeën en andere juwelen sterk toenemen. Er ontstaat een sieraden industrie. Het micromosaiek is hiervan wellicht het bekendste voorbeeld.

In de jaren na de tweede wereldoorlog is er opnieuw veel belangstelling voor cameeën. Echter is de kwaliteit van deze juwelen aanzienlijk lager dan de hoogwaardige kunstwerkjes uit de eerste helft van de 19de eeuw.

 

In onze collectie hebben we een klein aantal cameeën van prachtige kwaliteit, daterend uit de eerste helft van de 19de eeuw, die als hanger of broche zijn gedragen. Naast afbeeldingen van vrouwen, waren mythologische afbeeldingen zeer in trek. 

 

Een grote schelpcamee gevat in een geëmailleerde rand met voorstelling van een nimf. Nimfen zijn Griekse halfgodinnen die in de natuur leefden. In de beeldende kunsten worden nimfen vaak voorgesteld als bevallige meisjes met bloemen en kransen versierd.

De camee is te dateren in de eerste helft van de 19de eeuw. De gouden en zwart geëmailleerde rand is te dateren rond het midden van de 19de eeuw. Veelal werden dergelijke voorwerpen meegebracht uit Italië, als souvenir van de "Grand Tour". 

Afm. volgt

Hylas en de nimfen. Schilderij van John William Waterhouse. 1896

 

 

Deze voorstelling is gesneden uit wit koraal en gevat in een gouden rand. 

Te zien zijn twee vrouwen met daarboven een zon en een maansikkel, voorstellende´Dag en Nacht´.

De figuur met de zon is de Griekse godin van de dageraad, Eos, dochter van de Titanen van het licht en zus van de zonnegod Helios en Selene, de maangodin. 

Als godin van de dageraad stond Eos elke morgen op om  de gouden poorten van de hemelen voor haar broer Helios, die in het oosten oprees, te openen.

Zij hief de sluier van de nacht op en strooide rozen op zijn baan terwijl zijzelf,  op haar  tweespan door het luchtruim zweefde en aan het eind van de dag in het westen ten slotte weer onder te duiken.  

Nadat Eos de gouden poorten had geopend, reed ze naar de Olympus  om de komst van Helios aan te kondigen. 

De andere  vrouw stelt Nyx voor, de Griekse en Romeinse oergodin de nacht. De godin werd in het Oude Griekenland zelden echt vereerd; het kwam vaker voor dat zij op de achtergrond bij een andere cultus optrad. In de tempel van Artemis in Ephese staat een beeld van de Nacht, en ook was ze in de Spartaanse religie de moeder van Slaap en Dood. Soms gaat de afbeelding vergezeld met een duif en/of een uil, zoals hier.

 

Het gebruik van koraal in juwelen gaat terug tot het oude Egypte, waar het veelal werd verwerkt tot scarabee. Bij de Grieken en Etrusken waren zegels (intaglio) erg populair. Sinds de 14de eeuw dicht men aan het dragen van koraal een zekere kracht toe. Zo zou het beschermen tegen bezweringen. Koraal in antieke juwelen komt doorgaan uit het Middellandse zee gebied. Het centrum voor de vervaardiging van gesneden koraal was Torre del Greco, in de buurt van Napels. Ook werd de kunst elders in Italië beoefend, o.a. in Genua. Tegenwoordig vinden we de ambachtslieden in met name Korea, China en Japan.

Koraal wordt veelal gevonden in de wateren rondom Japan, Hawaii en Australië. 

De broche hierboven is gevat in een omgeslagen, gecontourneerde en gegraveerde rand, 3de kwart 19de eeuw.  

Afm. volgt

 

Selene is een figuur uit de Griekse mythologie, de maangodin en zuster van Helios en Eos.

Ze wordt wel vereenzelvigd met Artemis de eeuwige maagd, omdat de maan volgens de Grieken een vrouwelijk en maagdelijk symbool was.

De maangodin is een relict uit zeer oude culturen waar ze vaak verbonden is met een moedergod cultus. De oorsprong daarvan gaat al terug tot voor het mesolithicum.

In de loop van de tijd verbleekte haar vereering en doofde de cultus uit. Dit ging gepaard met de opkomst van de overwegend mannelijke godheden die meestal met de zon werden geassocieerd. 

Schelpcamee gevat in eenvoudige ovale gouden rand.

Ca. 1820.

Afm. volgt

Deze schelpcamee laat ook figuren zien uit de Griekse mythologie, namelijk Eros en Cupido.

Eros, godin van de liefde en het schoon- heidsverlangen, blinde passie voor iets of iemand, en voortplanting in de natuur.

In groter verband personifieert ze de universele, alles omvattende liefde, de kracht die het universum samenhoudt.

Cupido of Amor zien we vaak als een naakt, mollig jongentje-met-vleugeltjes en pijl en boog. Hij schiet magische pijlen af op de harten van mensen en goden om ze verliefd te laten worden.

Cupido is in de Romeinse mythologie de goddelijke, eeuwig jonge zoon van Venus. Het Griekse equivalent  van Cupido is Eros, god van de vleselijke liefde.

Schelpcamee in ovale gouden zetting met kabelrand.

Ca. 1850.

Afm. volgt

Een fraaie set schelp cameeën bestaande uit een broche en bijpassende oorbellen. 

De broche met klassieke voorstelling van een nimf en twee kleinere gespiegelde nimf cameeën verwerkt in de oorbellen. De gouden monteringen zijn enigszins gematteerd en naderhand verguld. Dat is kenmerkend voor de periode rond 1870-1880. De grote camee in gouden rand, stamt uit de tweede kwart van de 19de eeuw. De kleinere zijn te dateren na 1850. De set zal ontstaan zijn rond 1870 - 1880. De schroefmechanieken zijn van latere datum. Dit ensemble is afkomstig van een bankiers en fabrikanten familie uit Winschoten.

Afm. volgt